Categorieën
Programma

6 april 2022- Rens Bijma

De Matthäus Passion

Op 6 april 2022 houdt Rens Bijma een lezing over de Matthäus Passion voor de Soester Kring. Dit grote en lang durende oratorium van Johann Sebastian Bach (1685 – 1750) geniet in Nederland grote populariteit. Men beweert zelfs dat dit muziekstuk bij ons het meest gespeeld en beluisterd wordt. De meeste mensen hebben het dan ook gewoon over “de Mattheus”. Al in februari staan in kranten en op internet tal van uitvoeringen aangekondigd in het hele land. Dan komt de Lijdenstijd eraan. Bach volgt de laatste twee hoofdstukken (26 en 27) uit het evangelie van Mattheus. Deze hoofdstukken uit de Lutherse bijbel vormen de basis van het werk. De inhoud strekt zich uit over de laatste vijf levensdagen van Christus, die aan het begin zegt dat het over twee dagen Pasen (Ostern) is. Dat zou dan terugblikkend voor de christenen het eerste paasfeest worden, maar destijds heette het, zoals ook verder in de tekst staat, het feest der ongezuurde of ongedesemde broden (der süssen Brote) dat herinnert aan de vlucht van het Joodse volk uit Egypte, het Pesach. Om de bijbeltekst heen zijn aria’s en koralen, maar ook veel koorzang met verschillende functies. Het koor kan de bedroefde geloofsgemeenschap zijn, maar ook de woedende volksmenigte die tegen de stadhouder (Landpfleger) Pilatus schreeuwt “Laat hem kruisigen!”

In de bijbeltekst komen dialogen en gesprekken voor, terwijl ook in de aria’s, koralen en koren die terugkijken op de gebeurtenissen een element van dialoog zit. Op gewoon menselijk niveau zijn er nogal wat emoties: verraad (Judas), verloochening (Petrus), lafheid (Pilatus), vernedering (gepeupel), maar vooral verdriet over en voor een onschuldige die voor schuldigen (de zondige mens) geofferd wordt. De toehoorder weet dat Jezus aan het kruis komt, zijn lot is onafwendbaar, maar tegen beter weten in hoopt  die in stilte op een andere afloop. Het verhaal is even dramatisch als tragisch.

Er is over de Mattheus veel geschreven. Allerlei aspecten kregen aandacht. Bach componeerde en schreef niet alleen de teksten. Een zekere Picander (pseudoniem voor C.F.Henrici) leverde hem woorden voor aria’s. Bovendien maakte Bach gebruik van bestaande liederen uit de lijdenstijd, waarvan O Haupt voll Blut und Wunden misschien wel de bekendste is. Naast de woorden heeft Bach ook expressie gelegd in de klank en in de keuze van zijn instrumenten. Als Petrus na zijn derde verloochening van Christus naar buiten gaat en de haan hoort kraaien, klinkt de smartelijke altviool als inleiding op het Erbarme dich. Sommige studies beweren dat Bach ook met getallen symboliek in zijn werk heeft gelegd. Van dit beroemde werk ligt vreemd genoeg de eerste uitvoeringsdatum niet vast. Het was in elk geval in de Thomaskerk in Leipzig. De meest genoemde datum is 11 april 1727. Nog vreemder is misschien dat na Bachs dood het werk zo’n tachtig jaar in vergetelheid raakte. Pas in maart 1829 zorgde Mendelssohn weer voor een uitvoering in Berlijn. De eerste uitvoering in Nederland was in 1870 in Rotterdam. Het zwaartepunt van de Mattheus kwam te liggen in Amsterdam waar Mengelberg, dirigent van het Concertgebouworkest, tussen 1899 en 1944 op Palmzondag voor een jaarlijkse uitvoering zorgde. Die was romantisch en breed opgezet met grote koren. Het grootste aantal deelnemers was eens 1650… Op deze stijl van uitvoeren kwam een reactie. De Nederlandse Bach vereniging (opgericht 1921) bracht de Mattheus terug in de kerk en wel in Naarden en streefde naar een meer oorspronkelijke uitvoering. Hoe klonk het werk in de tijd van Bach, wat waren de oorspronkelijke instrumenten, hoe groot waren orkest en koren, in welke tempo werd gespeeld? Dirigenten ontwikkelden eigen stijlen (Herrewege, Koopmans) en zo kregen de Mattheus-uitvoeringen een eigen geschiedenis waar musicologen zich over kunnen buigen.

De meeste uitvoeringen zijn in het Duits. Dat hoeft voor de luisteraar geen bezwaar te zijn, er zijn tekstboekjes met vertalingen. Bovendien zijn er Nederlandstalige uitvoeringen (Jan Engelman, Jan Rot, Ria Borkent). Dat er ook een meezing-Mattheus is, toont ook de populariteit ervan.

De bijbelvertaling die Bach gebruikte was van Luther. Deze had in 1522 het Nieuwe Testament al in het Duits vertaald. Dat Duits was in Bachs tijd geëvolueerd naar een modernere versie in het Hochdeutsch die ons al vertrouwd kan aandoen. Twee oude woorden zijn überantworten (overleveren) en Zähren (tranen). Het eerste komt al voor in de eerste woorden van Jezus als hij tegen zijn discipelen (Jüngern) zegt overgeleverd te zullen worden. Het tweede woord klinkt in de spijtige woorden van Petrus na de verloochening van Christus: Erbarm u mijn God, ter wille van mijn tranen. Het gebruikelijke Duitse Tränen komt voor in het slotkoor.

Categorieën
Programma

2 maart 2022- Edwin van den Worm

Superfoods: Feit of Fictie? Maken superfoods waar wat ze beloven?

Mensen die gezond willen leven, willen ook gezond eten. Over de voedingswaarde van de producten die we dagelijks eten is een overvloed aan informatie. Internet, boeken, folders, cursussen en wat niet al. Verpakte producten in de supermarkt zijn voorzien van etiketten die vertellen hoeveel je aan vetten, koolhydraten, zout en andere stoffen naar binnen krijgt. Naast de “gewone” voedingsmiddelen, zijn er de superfoods, die een nog betere voedingswaarde (zouden) hebben. Daaronder zitten vertrouwde namen als boerenkool en blauwe bessen, maar ook minder bekende middelen als baobabpoeder of quinoa. Alle producten zijn “natuurlijk” en bevatten geen chemicaliën, hormonen of andere minder gewenste stoffen. Bovendien zijn er tal van gezondheidseffecten, variërend van meer innerlijke rust tot en met een betere stoelgang. Er is een zeker spanningsveld tussen wat de handelaren van de superfoods melden en de bevindingen van bijvoorbeeld de consumentenbond en het voedingscentrum. Kortom: wat is fictie en wat zijn de feiten. Daarover gaat de lezing van Edwin van den Worm.

Categorieën
Programma

2 februari 2022- Floor de Graaf

Standbeelden in parken en plantsoenen: een historische verklaring met een uitstapje naar Baarn en Soest

Stedelijke parken noemt men met een bekend cliché ook wel de longen van de stad. Ze geven de gelegenheid te ontsnappen aan de stadse drukte en om even op adem te komen. Er waren architecten die zich specialiseerden in de aanleg ervan. De bekendste is misschien wel Jan David Zocher in wiens werk we kunnen wandelen achter Slot Zeist, langs de Utrechtse singels en in het Zocherpark in Amersfoort. Wie zich ontspant met een wandeling in een park heeft ook aandacht voor andere zaken dan de dagelijkse beslommeringen. Een park is dus een ideale plek voor standbeelden en andere cultuur-historische werken.

De lezing gaat over het ontstaan van het fenomeen, in de 19de eeuw, dat er standbeelden van bekende personen in parken worden geplaatst (en daardoor ook een beetje over het ontstaan van parken zelf). Heel interessant: je had toen natuurlijk ook epidemieën en hoewel men nog niks wist van bacteriën en virussen hadden ze wel door dat vooral in bedompte steden frisse lucht en beweging mensen gezonder hield.

Floor de Graaf is kunsthistorica. Haar betrokkenheid in 2015 bij de plaatsing van een bronzen beeltenis van de kunstenaar Leo Gestel bij stadsmuseum Woerden zorgde ervoor dat zij zich verdiepte in het fenomeen standbeelden. Zie www.floordegraaf.nl

Categorieën
Programma

6 oktober 2021- Herman Pleij

Herman Pleij is emeritus-hoogleraar van de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde vele werken over cultuurhistorische onderwerpen en is bij velen bekend door zijn optreden bij talkshows op de tv. Voor zijn lezing stuurde hij het volgende bericht:

Grensoverschrijdende satire in het theater en tv?

Satire behoort tot de smeermiddelen van de samenleving. Door elkaar regelmatig de oren te wassen bevrijden we ons van frustraties en spanningen, die samen leven nu eenmaal altijd oproept. Bovendien wordt er en de kaak gesteld wat niet of niet langer zou deugen. Alleen verschillen de meningen daarover nogal eens. Wat na de Tweede Wereldoorlog geruime tijd onmogelijk was (het bespotten van religie), werd in het kader van de ‘revolutie’ van de jaren ’60 juist daarom een geliefd mikpunt dat niet meer tot gerechtelijke vervolging leidde. Maar in deze tijd ontstaan weer opnieuw problemen rond de ridiculisering van geloof dat voor vele nieuwe Nederlanders een besliste richtlijn voor hun bestaan vormt. En mogen Youp van ’t Hek en Theo Maassen binnen de muren van de schouwburg wel zeggen wat buiten op straat verboden is? Of maakt het ironisch signaal het mogelijk om als ‘acteur’ elke vorm van racisme en homohaat te vertolken? Maar wordt een dergelijk optreden in het theater of op TV wel altijd zo gewaardeerd?

(Herman Pleij)

Categorieën
Programma

3 november 2021- Lisette le Blanc

Lisette le Blanc heeft een brede belangstelling voor de cultuur en haar geschiedenis: ze studeerde kunstgeschiedenis en archeologie. Met haar kennis en kunde leidde ze vele jaren het Museum Dorestad in Wijk bij Duurstede.

Het werk van “inpakkunstenaar” Christo

Haar lezing bij de Soester Kring gaat over de Bulgaars-Amerikaanse Christo wiens volledige naam Christo Vladimirov Javacheff is. Hij overleed vorig jaar in New York en was onlang (september 2021) postuum in het nieuws. Zijn lang gekoesterde wens om de Arc de Triomphe van Parijs in te pakken met zilverblauwe stof ging in vervulling. Door corona was het evenement uitgesteld. Andere beroemde bouwwerken die door Christo in textiel werden gehuld waren de Pont Neuf in Parijs (1985) en het Rijksdaggebouw in Berlijn (1995). De filmopnames laten zien dat het wel iets meer inhoudt dan het dekken van een tafel.

Categorieën
Programma

1 december 2021- Wim Krijnen

Over het Naardermeer, ’s lands oudste natuurmonument

Wim Krijnen is na zijn pensionering van de Hanzehogeschool in Groningen niet stil gaan zitten. Hij is ‘varende boswachter’ op het Naardermeer. Daarover kan hij vele bijzondere zaken, maar ook anekdotes vertellen. Het begin van dit natuurgebied is ook al bijzonder. De gemeente Amsterdam wilde in 1905 een vuilstortplaats en daarvoor leek het Naardermeer geschikt. Daar staken Jac. P. Thijsse en Eli Heimans een stokje voor. Ze richtten de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten op en kochten het meer voor 160.000 gulden. Het behoud heeft geleid tot een gebied met een zeer rijke flora en fauna. Krijnen noemt het op zijn site ‘een paradijsje tussen Amsterdam en het Gooi. Het meer is een bezoek waard, al zullen de meesten het gezien hebben vanuit de trein die er door heen rijdt…